Laten we eerlijk zijn: vooral vrouwen hebben er last van. Ze moeten van alles en ook nog eens zorgen. Voor anderen dan, wel te verstaan. Voor hun kinderen, partner, ouders, collega’s, bejaarde buren, vriendinnen die in de shit zitten… Veel vrouwen hebben er een handje van om voor iedereen in de bres te springen. En zichzelf te vergeten. Als het om hen zelf gaat, komen ze op de laatste plaats.
Wanneer je jezelf op de laatste plaats zet, kom je nooit aan de beurt. Want je bent nooit uitgezorgd voor anderen. Er is altijd wel iets of iemand die jouw hulp nodig heeft. Vanuit dat onbegrensde verantwoordelijkheidsgevoel haal je je dus veel te veel op je nek. En dat vind je allemaal heel normaal; anderen verwachten dat bovendien ook van je. Je hebt namelijk nooit anders gedaan. En hee, deed je moeder vroeger niet hetzelfde? Het is dus een ingebakken patroon waar je je mogelijk niet eens bewust van bent.

Zorgen voor anderen
Ik heb verschillende vrouwen bij wie dit speelde, in hun proces mogen begeleiden. Het ‘zorgen voor anderen’ speelde een belangrijke rol in de obstakels waar ze tegenaan liepen. Daarbij bleek dat, door er vooral en voortdurend voor anderen te zijn, hun eigen emoties ondersneeuwden. Met andere woorden: ze onderdrukten hun eigen gevoelens en emoties. Die hoefden ze niet te voelen als ze zich de hele tijd op anderen richtten. Het zorggedrag was stiekem een middel geworden om zelf niet te hoeven voelen. Geen boosheid, geen angst, geen verdriet… alleen maar zorgen voor anderen.