Misschien herken je het wel. Je hebt een angststoornis. Je bent bang voor specifieke dingen, kampt met een bepaalde fobie (of misschien wel meer), of je hebt een algemene angststoornis. Maakt eigenlijk niet uit. Nou ja, maakt natuurlijk wel uit, maar niet in het voorbeeld dat ik hier gebruik.

 

De mensen om je heen hebben het beste met je voor. Ze mogen je graag, vinden je een aardig/ gezellig /  (vul zelf maar in)  persoon. Of – als ze nog dichter bij je staan, bijvoorbeeld je ouders, kinderen of partner – ze houden ook echt van je. En ze willen je ook heus graag helpen,  hebben begrip voor je problemen. En dus ook voor je angst.
Alleen: ze kunnen jouw emoties niet meevoelen. Ze doen hun best, proberen je te begrijpen, zich in te leven. Ze denken met je mee, zoeken naar oplossingen, willen dolgraag dat jij eindelijk eens van die angst afkomt.

 

En soms merk je dan hun onvermogen. Of misschien zelfs wel hun irritatie. Want ze snappen het niet. Ze begrijpen niet dat, wat voor hen zo “doodnormaal” is, voor jou een gigantische opgave is. Bijvoorbeeld om even boodschappen te doen. Of om een “simpel” telefoontje te plegen en een afspraak te maken met de pedicure. Om een vreemde op straat aan te spreken om te weg te vragen. Of om naar huis te fietsen, als het al schemert. Of om naar de tandarts te gaan, laat staan een afspraak daarvoor te maken. Ze snappen niet waarom jij panisch wordt als je een hond ziet, en dat je daarom duizend-en-een strategieën inzet om die beesten niet tegen te hoeven komen.

Misschien heb jij jezelf ook al zooo vaak moeten verdedigen. Heb je proberen uit te leggen hoe het bij jou werkt, en dat dat anders is dan bij hen. Dat je er ook niet voor gekozen hebt. Dat het sowieso geen kwestie van een simpele keuze is.  Jij wilt immers ook een gewoon leven, maar die angst staat dat in de weg. “Maar waarom probeer je het dan niet gewoon!” roepen ze dan. Of: “denk dan aan iets anders!” Kijk de andere kant op, negeer het gewoon, doe oortjes in met je lievelingsmuziek als naar de supermarkt gaat. Ik heb al zoveel varianten gehoord van goedbedoelde adviezen, pffff. Maar dat zijn nog adviezen. Oké, meestal zinloos natuurlijk, maar tenminste goedbedoeld.

Oordelen

Nog veel erger is het als ze roepen:  “stel je niet aan!”. Want in dat geval hebben ze totaal geen begrip voor jouw gevoelens en situatie. Ze zijn niet alleen A) niet in staat om zich in te leven, maar B) willen daar ook geen moeite in steken.
Wat dat eerste (A) betreft: zij hebben dan uiteraard ook een probleem. Zij zijn beperkt in hun vermogen om aan te sluiten bij jouw leefwereld. Anders gezegd: ze kunnen alleen door hun eigen bril kijken. Maar is het echt ‘niet kunnen’, of vooral ‘niet willen’? Want het tweede (B) is eigenlijk nog veel erger. Bij de meeste mensen is het vooral dat: ze willen het niet eens proberen. Ze vinden het niet de moeite waard  om energie te steken in het proberen te begrijpen van jouw probleem. In plaats daarvan maken ze zich er makkelijk vanaf door over jou te oordelen: je bent een aansteller.

 

Oordelen van anderen over jouw kwetsbaarheid – namelijk je angst – kunnen je heel erg klein maken. Je gaat nog meer aan jezelf twijfelen. Je ego wordt nog verder afgebroken. En daarmee kan je angst nog verder worden versterkt. Het maakt je gruwelijk eenzaam, want je moet het gevecht helemaal alleen voeren.

 

Hoe ga jij hiermee om? Hoe houd jij je staande in een harde wereld waarin oordelen voortdurend op de loer liggen? Laat het me weten!